Hoe werkt de rug

De rug wordt gevormd door de wervelkolom, ribben en spieren. De wervelkolom bestaat uit nekwervels, borstwervels, lendewervels, heiligbeenwervels en het staartbeen.

– De bovenste twee nekwervels zorgen voor de draaibaarheid van het hoofd.
– Borstwervels verbinden de ribben aan de wervelkolom.
– De lendewervels krijgen voornamelijk de last bij tilwerkzaamheden te verduren.
– De heiligbeenwervels bestaan onder andere uit het heiligbeen dat samen met het darmbeen het SI-gewricht vormt. Dankzij het SI-gewricht kan de onderrug draaien en kantelen. Het onderste heiligbeenwervel is het wel bekende stuitje.

Een tussenwervel ook wel discus genoemd, scheidt de wervels van elkaar en functioneert als schokdemping dat gepaard gaat bij dagelijkse activiteiten zoals lopen.

De wervels vormen samen een wervelkanaal die de beschermende behuizing vormt van het ruggenmerg. Vanuit het ruggenmerg lopen tussen de wervels door zenuwen die de ledermaten vanuit de hersenen aansturen. Maar die ook pijn kunnen laten uitstralen naar bijvoorbeeld billen, armen en benen.